Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De kwaden [47]buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen [48]voor de poorten des rechtvaardigen. 47. Hetwelk somtijds geschiedt omdat zij door de krachtige hand Gods hier vernederd, en de goeden verheven worden, of omdat hunne conscientie hen dwingt de deugd in de deugdzamen te eren. Vergelijk de aantekening Gen.4:7. 48. Anders: zijn aan de poorten, enz.; te weten, om troost, raad en bijstand van hen te begeren, nadat zij voor Gods straffen vernederd zijn geweest.